Hoe deel ik mijn persoonlijke voornaamwoorden?
De grote meerderheid van de mensen gebruikt de voornaamwoorden “hij/zijn” en “zij/haar”, maar een groeiende minderheid gebruikt “die/diens”, “hen/hun” of een andere variatie. Soms omdat ze een non-binair (nonbinary) zijn (denk bijvoorbeeld aan mensen die zich niet volledig man of vrouw voelen, of beiden, of juist geen van beiden maar iets anders of helemaal geen gender), of soms gewoon omdat de genderassociatie als onnodig of onwenselijk wordt gezien.
Merk op dat veel nonbinary mensen zichzelf als trans (kort voor transgender) zien, maar sommigen ook niet; veel mensen die trans zijn zijn ook man of vrouw (binary gender). Iedereen, ongeacht of ze trans of niet trans (cisgender) zijn, ongeacht of ze man, vrouw of nonbinary zijn – iedereen kan zelf kiezen met welke voornaamwoorden die zich comfortabel voelt.
Een goede stap om mensen ruimte te geven om hun voornaamwoorden te delen, is zelf het initiatief te nemen en de jouwe te delen – onthoud: dit kan ook als cisgender. Je kunt dit doen door jezelf bijvoorbeeld voor te stellen met “Hallo, mijn naam is Avery en mijn voornaamwoord is ‘zij’” of “Ik ben Aphra en ik gebruik de hij/zijn voornaamwoorden”.
Het delen van je eigen voornaamwoorden is een goed idee, maar het is geen verplichting. Houd je wel in het achterhoofd dat het een privilege is om automatisch gezien te worden als je eigen gender en benoemd met de daarmee geassocieerde voornaamwoorden. Oftewel, als vanuit jouw perspectief de aannames die mensen over je doen altijd kloppen, wordt het vanzelfsprekend deze aannames te doen, ook al is dit voor anderen niet zo vanzelfsprekend. Het delen van je voornaamwoorden is daarmee een goede manier om deze vanzelfsprekendheid en het bijbehorende privilege aan het licht te brengen.
Op een bijeenkomst waarbij je bijvoorbeeld een naamkaartje draagt kun je je voornaamwoorden in de hoek schrijven. Soms is het handig om dit expliciet te doen (“voornaamwoorden: hij of die”), soms volstaat het voornaamwoord op zichzelf (“zij/haar”). Merk op dat, zoals in het eerste voorbeeld, mensen ervoor open kunnen staan met verschillende voornaamwoorden benoemd te worden.
Als je een email schrijft, kun je je voornaamwoorden in de handtekening opnemen. Je kunt hierbij naar deze of een andere website verwijzen om mensen te helpen begrijpen waarom je je voornaamwoorden noemt. Hieronder specifieke links voor de meest gebruikte voornaamwoorden in het Nederlands:
Op dezelfde manier kun je je voornaamwoorden noemen op je visitekaartje (doorgaans direct na je naam):
Jamaal de Jong
Voornaamwooren: hij/zijn
OF
Jamaal de Jong (voornaamwoord: hij)
Er is niet één juiste manier om je voornaamwoorden te delen. Sommige mensen zullen meerdere grammaticale variaties noemen, zoals “hij/hem/zijn”, “hij/zijn” of “hij/hem”, maar enkel “hij” is vaak voldoende om duidelijk te maken dat de vervoegde vormen hier ook bij horen zonder alles op te hoeven noemen. Op deze site wordt de conventie aangehouden om de nominatief en de possesief te gebruiken (“zij/haar”), maar dit is zeker niet de enige jusite manier.
Als je je voornaamwoorden deelt, kan het zijn dat je vragen krijgt over wat dat bekent of waarom je dat doet. Het kan helpen om van tevoren de informatie op deze site nog een keer door te nemen om hier comforabel antwoord op te geven. Ook kun je mensen naar deze of andere sites verwijzen.
Nu je weet hoe je je eigen voornaamwoorden kunt delen, kijken we verder naar hoe je anderen om hun persoonlijke voornaamwoorden kan vragen.